Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Marcus

    pilootaflevering
    (zn. v.)

    eerste aflevering van een reeks, feuilleton, …

    VD2015: piloot- in samenstellingen: Belgisch-Nederlands (NL: model-, pilot-, proef-)

    Wie heeft er gisteren de pilootaflevering van vrouw zoekt boer gezien? Het was dan ook 1 april zeker?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 02 Apr 2015 16:51
    0 reactie(s)

    pilootland
    (znw. het ~ o, ~en)

    land dat tot voorbeeld van andere dient
    NL/SN: gidsland
    standaardtaal in België

    Samen met Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk is België een pilootland voor het initiatief. (esa.int)

    Ons land is het pilootland voor de nieuwe generatie smeersalades, maar Hamal Signature ziet ook potentieel buiten de landsgrenzen. (dvo.be)

    België staat aan de top als het om speciaalbieren gaat maar is ook pilootland in het ontwikkelen van nieuwe soorten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 02 Apr 2015 13:58
    4 reactie(s)

    lek
    (vnw)

    zie lijk, gelijk
    uitspraak /lék/

    Het is lek da-g-et zegt. (Het is gelijk dat ge het zegt.)

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door Marcus op 02 Apr 2015 12:36
    0 reactie(s)

    karuur
    (het ~, geen mv. onz. zelfst. nw.)

    torso, borstkas, carrure (afstand van schouder tot schouder)
    overdrachtelijk: brede lichaamsbouw,
    > Fr. carrure (idem) < carré (vierkant)
    ook figuurlijk gebruikt, zie karuur (afzonderlijk lemma)

    IJ eed een breed karuur. (Hij heeft een breed karuur)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 01 Apr 2015 05:48
    9 reactie(s)

    karuur
    (het ~, geen mv. onz. zelfst. nw.)

    torso, borstkas, carrure (afstand van schouder tot schouder)
    overdrachtelijk: brede lichaamsbouw,

    ook figuurlijk gebruikt, zie karuur (afzonderlijk lemma)

    IJ eed een breed karuur. (Hij heeft een breed karuur)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 01 Apr 2015 05:47
    9 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.