Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
raar aankleden: niet de juiste maat, uit de mode, niet volgens het seizoen, enz.
ook: de juiste kleren, maar bv. het hemd half uit de broek, verkeerd geknoopt, trui achterstevoren of binnenstebuiten aan e.d.
zie ook aantoortelen, aanstoten, aantujetelen
Die gast was aangetakeld van de kapel.
“Wie takelt oe zoo aardig aan?”
“Den bèdelèèr dieën hier aan de deur kwam, was wonderlijk aangetakeld. (Corn.-Vervl. 1899-1906)
(zich) op een bedenkelijke manier aankleden
zie ook aantoortelen, aantakelen aantujetelen
ook in de prov. Antw.
Hebt ge Nadia gezien ? Die is vandaag nogal aangestoten, he.
Ocharme, dat schaapke is weer aangestoten door haar moeder.
u slordig of onverzorgd aankleden
zie aantoortelen aanstoten aansingelen
Ons Mit liep er weer zo aangetujeteld bij, ik geloof echt dat ze kinds aan het worden is.
zw. ww. kleden of aankleden; in de zin van slecht gekleed (getoorteld)
in Antw.: aantakelen
zie ook aanstoten aansingelen aantujetelen
Je had moeten zien zoals hij er aangetoorteld bijliep.
Paardenzadel aansingelen,maar bij deze in de zin van hoe iemand erbij gekleed loopt.
zie ook aantoortelen
Oe zie je hie nu were angesingeld?Azo gok ik nie mé je mee!
Hoe ben jij nu weeral aangekleed?Zo ga ik met jou niet mee!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.