Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Een vinstermik, de “scheldnaam” van een Hasselaar kan drie betekenissen hebben
1. iemand die nieuwsgierig is.(iemand die anderen van achter het raam uit loert of bespiedt
2. een inwoner van Hasselt die het een beetje hoog in zijn bol heeft
3. een mik ( wit brood) dat op de vensterbank ligt
Die vinstermik is weer iemand aan het uit loeren van achter het raam
Die vinstermik denkt ook dat ze wat meer is.
Gedraag u als een echte ‘vinstermik’ (vroegere bijnaam van de Hasselaren, die verwijst naar nieuwsgierig uit het raam kijken) en laat een versgebakken wit brood (mik) voor het venster afkoelen. Dit deed men om zijn rijkdom te tonen, want wit brood was vroeger een product voor de rijken. (http://www.jeugdhasselt.be/)
Mik heeft meerdere betekenissen:
1. Tarwedeeg voor het bakken van brood
2. Wit brood in het algemeen (SN)
3. Vruchtbaarheidsbrood dat vroeger op vensterbank gelegd werd. (Naakte vinsterpieke en vinstermieke)
4. Deeg aan de hengel om mee te vissen.
In figuurlijke zin wordt mik twee keer gebruikt:
5. Figuurlijk: Knap meisje.
6. Figuurlijk: Billen van jonge vrouw.
Jammer dat in Hasselt de vinstermikken niet meer gebakken worden. Welke bakker durft het aan? (Heemkundige Historie Hans Hermans Heerlen)
weide waar op Pasen eieren geraapt worden
“Op een grote raapweide gaan alle kinderen tot 8 jaar, samen met de zuster en de champetter, op zoek naar gekleurde paaseieren.”
(www.wattedoen.be)
Een tiendschuur, tiendeschuur of tiendenschuur is het gebouw waarin vroeger het deel van de oogst werd opgeslagen dat de boeren moesten afgeven aan de plaatselijke heer. Zie ook spijker
niet in VD
“De Tiendenschuur is een monumentale schuur nabij Tessenderlo, aan de Schoterweg 96. Ze behoort bij de Kleine Hoeve, welke ook Kerkhoeve wordt genoemd” (wikipedia)
voorraadschuur voor de opslag van graan dat onder het systeem van het tiendrecht verzameld werd,ook tiendschuur genoemd;
dergelijke belastingen bestonden tijdens het Ancien Régime over heel Europa, volgens VD is het woord spijker echter “niet algemeen”
< Latijn “spicarium” – graanschuur – afgeleid van “spica” – korenaar -;
ook het woord spijker in de zin van “nagel” is van “spica” afgeleid, de homofonen spijker zijn dus etymologisch verwant; in het Duits is “speichern” hetzelfde als opslaan, ook in de zin van bewaren op de computer
Daarna preekt onze pastoor tot zijn parochianen aan de kapel en gooit de koster vanuit de Spijker broden en peperkoeken voor de armen. Na afloop begeleiden de zuster en de champetter alle kinderen naar de raapweides. (www.wattedoen.be/pasen-in-bokrijk-)
“De geschiedenis van het kasteeldomein “De Spijker” gaat terug tot in de vroege middeleeuwen (1089). Een oorkonde uit dat jaar vermeldt de site op de parochie Sint-Kruis (deelgemeente van Brugge) als de plaats waar de tienden (opbrengsten) van de grafelijke graanbelasting werden verzameld." (http://spijkerbier.be/index.html)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.