Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kaartspel voor vier spelers in twee paren, gespeeld met 32 kaarten, (7 tot aas); de medespelers moeten wedden hoeveel slagen ze gaan halen, de regels lijken op die van whist maar de hoogste kaart is de boer van troef, de jok, en de tweede hoogste kaart is de boer van dezelfde kleur als de troef, de onderjok
“Weet iemand van jullie misschien de juiste naam van het kaartspel ‘Zetten’ en, nog belangrijker, kan iemand mij de spelregels van dit spel bezorgen? “(…)”Als ruiten troef is, is de ruitenboer (jok) de hoogste kaart, de hartenboer (onderjok) is de tweede hoogste kaart, daarna volgen aas, heer, dame, 10, 9, 8, 7. Bij de andere kleuren blijft de aas de hoogste kaart en houdt de boer zijn gewone waarde." (Seniorennet 050909)
kaartspel voor vier spelers in twee paren, gespeeld met 32 kaarten, (7 tot aas); de medespelers moeten wedden hoeveel slagen ze gaan halen, de regels lijken op die van whist maar de hoogste kaart is de boer van troef, de jok, en de tweede hoogste kaart is de boer van dezelfde kleur als de troef, de onderjok
“Weet iemand van jullie misschien de juiste naam van het kaartspel ‘Zetten’ en, nog belangrijker, kan iemand mij de spelregels van dit spel bezorgen? "(Seniorennet 050909)
kermismolen, draaimolen, paardenmolen, rosmolen
< Fr. le manège
uitspraak varieert: /maneize/; /maneizje/
VD 2016 “instelling waar men kan (leren) paardrijden, = rijschool”
Tijdens de kermisdagen was een ritje op het maneizeke een klassieker.
Bij mijn tante Wis hadden ze een manège om bieten te vermalen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.