Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een algemenekenniswedstrijd die, veelal ’s avonds en in teamverband, als competitie gehouden wordt. Zaalquizzen vinden normaliter op vrijdag- of zaterdagavond plaats, overal ten Vlaamsen lande, bijvoorbeeld in een parochiezaal of gemeenschapsschooltje.
Deze traditie ontstond in Vlaanderen in de jaren 50, naar aanleiding van tv-programma’s als ‘100.000 of niets’. In de loop der jaren is het quizzen tot een soort Vlaamse subcultuur uitgegroeid, die men in Nederland niet kent; ginds is ‘quiz’ veelal synoniem voor een spelletje op de televisie.
Op een doorsnee zaalquiz krijgt men 100 à 150 vragen voorgeschoteld, en dat duurt typisch van circa 8 uur tot middernacht. Dat kan in een stadhuis zijn of in een kruipkot in het hol van Pluto.
een politiek zonder gesloten deuren, waarbij alle meningen overwogen worden en alles ter sprake kan komen. Ook letterlijk: het toelaten van journalisten op regeringsvergaderingen.
Deze term dateert uit de tijd van de paarse kabinetten van de vroege jaren 2000.
Opendebatcultuur in de politiek kan in principe wel werken, maar na verloop van tijd verzandt dat dikwijls in oftewel oppervlakkig gezever, oftewel slaande ruzie.
De ‘actieve welvaartsstaat’ was een concept van de paarse regering Verhofstadt I, in de vroege jaren 2000. Het kwam erop neer dat de burger gestimuleerd moest worden om minder afhankelijk van de openbare onderstand te worden, doordat de toegang tot onderwijs en mobiliteit vereenvoudigd werd.
Vermoedelijk is Frank Vandenbroucke indertijd met de ‘actieve welvaartsstaat’ op de proppen gekomen, die hij had afgekeken van Tony Blair. Sedert de slabakkende economie van 2003 is dat algauw weggedeemsterd.
gekscherend voor ‘broodrooster’, of als algemeen woord dat een parodie op het Gentse accent vormt. Het wordt soms gezegd wanneer iemand een Oost-Vlaams accent, en specifiek dat van Gent, wil nabootsen.
Dit schijnt uit een sketch van Geert Hoste te stammen, waarin hij met het Rad van Fortuin lachte.
Het wordt ook met de typische uvulaire Gentse R uitgesproken, fonetisch /?bRy?t?Ry?stR/
(In het Gents is de Oost-Vlaamse U geen tweeklank.)
’ k Ga get zeggen, Waltr: „bruudruuster”!
gekscherend voor ‘broodrooster’, of als algemeen woord dat een parodie op het Gentse accent vormt. Het wordt soms gezegd wanneer iemand een Oost-Vlaams accent, en specifiek dat van Gent, wil nabootsen.
Dit schijnt uit een sketch van Geert Hoste te stammen, waarin hij met het Rad van Fortuin lachte.
Het wordt ook met de typische uvulaire Gentse R uitgesproken, fonetisch /?bRy?t?ry?stR/
(In het Gents is de Oost-Vlaamse U geen tweeklank.)
’ k Ga get zeggen, Waltr: „bruudruuster”!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
