Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Een koekje met wafelijzerpatroon.
Koezjurkie (in Ronse als ‘kadzjorkie’ uitgesproken) is een verbastering van ‘goed jaartje’. Het niet verkleinde ‘koezjoor’ is ongebruikelijk.
Dit koekje wordt traditioneel met Nieuwjaar gegeten, hetgeen de naam verklaart. Het typische voorbeeld zijn de bekende koekjes van Destrooper, al worden ze soms ook nog zelf gebakken.
Het West-Vlaamse equivalent van koezjurkie is lukken.
Hebt ge geen zin om subiet een potse kaffie te drinken? ’k Heb nog een doze verse koezjurkies.
Ledig, niet gevuld.
’k Was zinnens vanavond een beetje te koken, maar ’t komt er niet van; mijn schuiten zijn nog allemaal wepel.
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.