Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Bekijk alle (0) wijzigingen van deze gebruiker.
Deze gebruiker heeft nog geen bijgedragen geleverd aan het Vlaams woordenboek.
Bekijk alle (2) reacties van deze gebruiker.
LeGrognard, merci. Ik ben per ongeluk op de site beland toen ik dus wat informatie aan het zoeken was over het woord “lommerte”. :-)
Georges, dank je voor de opmerkingen omtrent het gevoelsaspect bij het gebruik van lommerte. Ik denk dat je er knal op zit. Ik was aanvankelijk nog vergeten typen dat het vooral samen met het zonlicht wordt gebruikt. Je kan dus, denk ik, niet in de lommerte gaan zitten wanneer je lichtbron een kaars of heel warme open haard of kampvuur is. Of wel?
Mijn buikgevoel zei me dat lommerte ook ruimer kan worden gebruikt dan in de betekenis van “schaduw van een boom of struik”. Even terugspoelend naar mijn kindertijd – toen ik het woord nog vaak actief hoorde – werd het wel enkel gebruikt in de context van “in de schaduw buiten”, zoals hierboven in de voorbeeldzin. Maar in de lommerte gaan zitten, kan volgens mij in eender welke schaduw zijn, die van een huis of een muurtje, dus niet enkel die van een boom of struik. Wel zou lommerte nooit gebruikt kunnen worden voor de schaduw van een persoon, of de schaduw van objecten binnenshuis. Het heeft dus een beperktere betekenis dan “schaduw” maar – naar mijn gevoel – een iets ruimere dan lommer.
Soms is het nuttig om ook eens een kijkje te nemen hoe het woord tot in onze tijd is geraakt. Het Middelnederlands Woordenboek geeft ons echter geen uitsluitsel over de bovenstaande discussie, hierna even het volledige lemma.
LOMRE, znw. vr. Lommer, schaduw. Van fra. l’ombre, dat tot één woord samensmolt. Vgl. fra. lierre uit hedera; lendemain van lat inde mane; Lille, uit L’isle, Mlat. Insulae. Kil. lombre, lommer, j. schaduwe, umbra; lommerhuysken, scena; lommerachtigh, opacus; lommeren, requiescere sub umbra; lommeringhe, umbraculum et aestiva; Hor. Belg. 72, 66: lomdere (l. lombere), aestiva. Plant. lomber oft lommer, schaduwe, ombre, ombrage. Vgl. Te Winkel, Gramm. Fig. 80. Vanwaar het onz. geslacht aan het woord eigen is geworden, is niet met zekerheid te zeggen. || Onder die lomre off schine (l. schime) van den boomen, Hofk. v. Dev. 10r.
Het woord “lommerrijke” heeft in het MNW geen eigen lemma, maar komt wel voor binnen de context van deze zin “… gewijzigd tot eene beschaduwde of lommerrijke plek of wandelplaats.” Dit duidt volgens mij weer op de hierboven uitgelegde betekenis tussen “schaduw” en “lommer”.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.