Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
klokhuis van een vrucht
zie ook knôës
regio Herenthout, Herentals
De klos van dien appel moet ge ni mee opeten, dat verteert niet.
> andere betekenis van klos
teelbalzak
WNT:
c. Teelbal (zie b.v. gallée); ook: balzak (zie b.v. uitdrukkingen met deze betekenis, in platte taal, bij Cornelissen-Vervliet). In denzelfden zin hoogduits kloss en klotz.
- Klos. j. kloot … Coleus, testis, Kiliaan (1599).
Hij weet niet meer wat te doen of zeggen; hij staat mee de klos in zijn handen. (als gezegde)
platte ronde zoete koek, eventueel met rozijnen en suikerglazuur
Van Dale 2018 online:
1 NL platte koek, met veel boter gebakken
2 BE zacht, zoet koffiebroodje (met rozijnen) dat veelal met boter besmeerd gegeten wordt
eveneens in West-Vlaanderen
in Antwerpen: zie koffiekoek
’s Zondags eten we pistolets en boterkoeken.
“permanent” of “mise en plis”
Mijn grootmoeder haar kapsel leek op een boterkoek.
> andere betekenis van boterkoek
oom: broer van moeder of vader, of echtgenoot van tante
zie ook nonk
uitspraak: klik op het pijltje
< Frans oncle. Tijdens de achttiende eeuw werd het Franse woord “tante” met open armen ontvangen in heel het Nederlandse taalgebied en verving vlug de oude benaming “meu”. De ‘nonkel’ bleef in Vlaanderen hangen.
< Frans oncle; met de n van voorafgaand woord in “mon oncle”, < Latijn avunculus, (oom) verkleinwoord van avus (grootvader)
(etymologiebank.nl), zie ook nilft
Nonkel Karel is de zot van onze familie.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.