Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
afstuderen aan een onderwijsinstelling
“Ben uitgekomen in 1974 en heb Bergmans, Stacino, Kamiel (die eigenlijk Jean Arras heette), Cooman (de Koei), Dubois (’t is ik Bidoel’ vandaar de bijnaam) en Cornélus gehad.”
(https://atheneumbrussel.wordpress.com/)
“(…) maar vele van onze dochters en zonen zijn wel
reeds met hoge onderscheiding als advocaat uitgekomen aan de universiteit … , (HBVL lezersbrief 110208)
> andere betekenis van uitkomen
de lente
ook in de Antwerpse kempen
zie varianten en synoniemen bij uitkom
Hij zei dat hij in het uitkomen nu veel meer groenten ging kweken.
> andere betekenis van uitkomen
Van Dale 2005:
(gewestelijk) getrokken worden
Mijn nummers zijn uitgekomen! Zes juste met de Lotto!!! Het is alleen spijtig dat ik dees week niet heb meegespeeld …
> andere betekenis van uitkomen
onderwijs dat niet gericht is op de overdracht van kennis, maar op het welbevinden van de leerling
< neologisme van B. De Wever
“Men heeft dat klassikaal leren losgelaten, die kennisoverdracht losgelaten. Het is allemaal verschoven naar de pretpedagogie: vaardigheden, het moet leuk zijn, het moet plezant zijn …” (B. De Wever in Terzake 1 april 2019)
onderwijs dat niet gericht is op de overdracht van kennis, maar op het welbevinden van de leerling
< neologisme van B. De Wever
“Men heeft dat klassikaal leren losgelaten, die kennisoverdracht losgelaten. Het is allemaal verschoven naar de pretpedagogie: vaardigheden, het moet leuk zijn, het moet plezant zijn …” (B. De Wever in Terzake 1 april 2019)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.