Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
extra kost, meerkost, het bedrag dat men moet opleggen, bijbetalen
Van Dale 1995 online: Belgisch-Nederlands: wat men op, de prijs van, iets toelegt
Mits een kleine opleg kunt ge in het hotel ook een kamer met airconditioning reserveren.
geschikt, degelijk, zoals het hoort, normaal, tegoei;
eerbaar, beleefd, respectabel, welgemanierd (niet in de betekenis ‘stijf’)
Pakt die kramakkelijke stoel niet, daar kunt ge niet deftig op zitten, ge gaat er seffens nog aftotteren.
De Paul heeft nu een goei job met een deftige pree en dienstencheques.
Ge moet deftig gerief hebben om deftig te kunnen werken.
Mensen delen dezelfde bezorgdheden en willen hetzelfde. Levenskwaliteit. Ze willen een goede job, een deftig loon, wat spaarcenten, een goede gezondheid. (vakbondsman, deredactie.be)
Deftige werkvrouw gevraagd.
Die jongen komt uit een deftige familie.
> zie ook andere betekenissen van deftig
flink, stevig
3 weken geleden had ik een deftige amandelontsteking.
Mijne pa van 79j. kan nog een deftige pose frieten eten, als er maar zuursaus bij is.
Wij moeten eens deftig praten, hé maatje, want zo gaat dat niet verder.
> zie ook andere betekenissen van deftig
net, proper
Van Dale 2016 online: BE
Doe eens een deftige broek aan, dees is helemaal bekeuzeld.
> zie ook andere betekenissen van deftig
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.