Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
verkleinwoord: palulleke, vr.: palulle
nietsnut (pejoratief)
persoon met wie niets aan te vangen is, die een slechte reputatie heeft, vuil van de straat.
ook in de prov. Antwerpen
Daar kunt ge niks mee beginnen, met zo’n palulle.
Haren ex was ne grote palul!
> andere betekenis van palul
goedzak die je alles kunt wijsmaken
Zeg tegen die palul dat het lotjes zijn voor het goede doel en hij koopt ineens een gans boekje.
> andere betekenis van palul
een lap stof, poetsdoek
Met zo’n vuile palulle kunt ge dat niet proper maken.
> zie andere betekenis van palulle
vrouwelijk van palul (in de betekenis van nietsnut)
Met zo’n palulle kunt ge niks aanvangen.
> zie andere betekenis van palulle
pannenkoek
< herkomst: "In de zuidelijke helft van West-Vlaanderen komt de benaming palul voor. De Bo geeft “pannekoek, heetekoek” als tweede betekenis bij palul, na “afhangende gescheurde lap, sluns, flarde, flenter” als eerste betekenis. Beide betekenissen van palul zijn terug te voeren op het werkwoord lullen, wat ‘slap zijn’ betekent volgens het West-Vlaams etymologisch woordenboek, en waaraan een expressief voorvoegsel pa- is toegevoegd. (uit Een woordenboeket voor Magda Devos (2008))
Geen betere palullen als die van zelfgemaakt beslag.
> zie andere betekenis van palulle
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.