Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kras, krab, schram, snee of kerf
schaar is de Antwerpse uitspraak van schar; klik op het luidsprekertje om het woord te beluisteren
Oost-Vlaanderen: schart
Het bos waar we doorwandelden stond vol bramen. Mijn benen staan vol scharen.
Aan een messengevecht hield hij een lelijke schaar op zijn gezicht over.
Vandalen krasten een schaar op mijn voorruit.
lijken op, gelijkenis vertonen met
Hij trekt helemaal niet op zijn vader
Die constructie van u trekt op niets (lijkt nergens naar)
lijken op, gelijkenis vertonen met
Hij trekt helemaal niet op zijn vader
Die constructie van u trekt op niets (lijkt nergens naar)
Dat trekt op geen orgel, breek die rommel maar weer af (in Limburs dialect: dat trèk op geenen élger, brèèk dèè kêrresêl mêr wir aof)
Heel wat woorden worden in VL anders uitgesproken dan in NL. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in VL als pie-zja-ma en in NL als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in VL het accent op de eerste lettergreep valt en in NL op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in NL zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in VL vervlaamst wordt. Soms wordt in VL een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in NL meestal het Engels.
Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.
Het spijtige is dat de VL media voor deze woorden de NL uitspraak gebruiken ondanks dat de VL uitspraak in VL zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.
alfabetische lijst:
‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·na·val (Engels)
cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
detective: VL: de·tek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ’g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
essay: VL: es·sè (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·noo·pe·ly (Engels)
nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
Tenerife: VL: té·ne·rif ; NL: tee·nee·rie·fee
terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
wodka: VL: vod·ka (de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert); NL: jo·chert, jo·ggert
verafgelegen plaats waar niemand naartoe wil
< Frans Tombouctou (Timboektoe)
vergelijk: Chakamaka, jacamaca
Hij werd naar Toumbouctou gezonden.
“Voor altijd kansloos en hoeft hij mij niet weer te zien. Ik ga dan wel naar Tombouctou verhuizen.” (nl.forum.grepolis
17 mei 2015)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.