Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Het tot ziijn eigen nemen door te slikken
SN Van Dale: ingeslikt
Dat medicijn heeft zij ingeslokken en het is haar niet bekomen. Ze heeft alles moeten uitspauwen.
gaan als hulpwerkwoord bij gaan
gaat ’t gaan gaan? = gaat dat stilaan ophouden
ook in Oost-Vlaanderen
Half zeven al? We gaan gaan eten. (Hier wordt niet bedoeld dat men uit eten gaat!)
Gisteren op tv gebruikte een man de driedubbele gaan, en het klonk geeneens verkeerd: We gaan hier eens gaan gaan eten. (Hier ging men wel in een restaurant eten)
We gaan ne keer gaan zien. (We stappen maar eens op.)
Gaat ’t gaan zo met die twee tassen in uw handen? (Zal het lukken…?)
Een vader zegde tegen zijn ruziënde jongens: “Gaat ’t gaan gaan?”
Gaat hij daarmee akkoord gaan, of gaat hij daarmee niet akkoord gaan?
Gaat het hier bijna gaan gedaan gaan zijn?!
den enigste grapjas gaat ook andere oorden opzoeken. hij gaat gaan werken voor nen bierproducent.(denblaven.blogspot.com – Aalst)
Iemand die alleman uitmaakt, treiteraar.
Bij ons woont er in de omgeving een heuzzelbeuzzeke.
uitspraakvariant van “erwt”
ook: aart, aarte (mv), ét, étje(s)
We eten deze middag ate.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.