Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    erpel
    (de ~ (m.))

    een dwaze man: een dommen erpel
    een domme vrouw: een dommekonte

    < erpel = patat
    vergelijk petater

    Hij liep met zijn hoofd tegen die paal, den dommen erpel.

    > zie andere betekenis van erpel

    Regio Vlaamse Ardennen
    Bewerking door de Bon op 13 Mar 2019 13:04
    1 reactie(s)

    erpel
    (de ~ (m.), -s)

    aardappel
    zie synoniemen bij patat

    Wil jij de erpels al jassen? (jassen, patatten ~)

    > andere betekenis van erpel

    Regio Maasland
    Bewerking door de Bon op 13 Mar 2019 13:04
    4 reactie(s)

    carrure
    (het/de (vr.) geen meerv.)

    zie karuur

    breedte van het bovenlichaam van schouder tot schouder
    fig. uitstraling, gezag

    Van Dale: BE; spreek­taal pos­tuur, li­chaams­bouw
    zelfstandig naamwoord; de (v); meervoud: carrures

    < Frans carrure

    Een vent met zo’n carrure kan dat zwaar werk wel af. (afkunnen)

    “Bronnen bij de PS zeggen dat hij een goede kennis heeft van zijn dossiers, maar dat hij de “carrure” mist om het gezicht van Brussel te zijn." (deredactie.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 13 Mar 2019 00:49
    0 reactie(s)

    karuur
    (het ~, geen mv. onz. zelfst. nw.)

    torso, borstkas
    carrure: afstand van schouder tot schouder)
    overdrachtelijk: brede lichaamsbouw
    figuurlijk: zie ander lemma karuur

    < Frans carrure < carré (vierkant)

    IJ eed een breed karuur. (Hij heeft een breed karuur.)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 13 Mar 2019 00:48
    9 reactie(s)

    karuur
    (het ~, geen mv. onz. zelfst. nw.)

    uitstraling, présence, gestalte (fig.)
    body, charisma

    zie ook carrure

    Hij is niet groot van gestalte en toch heeft hij karuur zoals hij daar op het podium staat.

    Een goede zanger, dat wel, maar geen karuur. Staat daar als een zingende patattenzak.

    > andere betekenis van karuur

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 13 Mar 2019 00:44
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.