Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    centuur
    (de ~ (v.), ~en)

    de voeg tussen bouwstenen

    Bekijk die gevel eens, de centuren vallen er zo uit.

    > andere betekenis van centuur

    Regio Leiestreek
    Bewerking door de Bon op 06 Nov 2020 14:12
    1 reactie(s)

    bretel
    (de ~ (v.), -len)

    Het is een verbindingsweg tussen een snelweg en een andere weg. De bretellen hebben een B-nummer, zoals de B401 in Gent.

    < de B staat voor bretel

    Bypass met bretellen voor Antwerpse mobiliteit. (Knack.be)

    > andere betekenis van bretel

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Nov 2020 14:06
    0 reactie(s)

    bretel
    (de ~ (v.), ~len,~s)

    1) broekophouders (SN)
    2) schouderbandjes van een BH

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Ontleend aan Frans bretelle, meestal in het meervoud bretelles, dat zelf weer ontleend is aan Oudhoogduits britil ‘teugel, toom’.

    klemtoon op de tweede lettergreep

    zie ook verzamellemma kledij

    1) Zijn broek hangt altijd tot op zijn hielen. Wij hebben hem mooie bretellen gekocht voor zijn verjaardag.

    2) De bretel van haar BH was over haar linkerschouder omlaag gezakt.

    > andere betekenis van bretel

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Nov 2020 14:05
    5 reactie(s)

    voyageur
    (zn. m. -s)

    oudere benaming voor vertegenwoordiger, handelsreiziger
    ww. voyageren

    < Frans: voyager (reizen)

    Als voyageur was hij altijd veel op de baan. Hij voyageerde toen voor een groot fabriek van tapis-plain.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Nov 2020 14:23
    1 reactie(s)

    commis-voyageur
    (z.nw. de (m.) ~s)

    handelsreiziger, vertegenwoordiger

    Het gebeurde vermoedelijk in de tijd dat hij met zijn auto op de baan was als commis-voyageur voor de MEGA. (Stefan Hertmans, De Opgang)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Nov 2020 14:21
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.