Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een vuurtje maken, een vuurtje stoken
De jongens waren dolgelukkig toen ze mee vuurkestook mochten doen.
> andere betekenis van vuurkestook doen
iets kwaadwillig met woorden in gang steken
zie ook “kwaad vuur stoken”. Zie vuur, kwaad ~ stoken, brem stoken
Hij is bij die twee aan ’t vuurkestook doen en seffens liggen ze in ruzie.
Ge moet geen vuurkestook gaan doen, laat de geburen gerust!
> andere betekenis van vuurkestook doen
andere naam voor pierbollen
Op de smeir van ’t muziek waren ze nog eens aan het pieren.
> andere betekenis van pieren
veel moeite doen om iets te zien, bv. om in het donker te lezen of fijn werk te doen, of om in de verte iets te zien
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
2. Op iets turen, met inspanning kijken naar iets kleins of fijns, om dit te kunnen onderscheiden.
“Op kleinen druk pieren”, Schuermans (1865-1870).
“As ge zoo met den avend blijft pieren, dan zullen oew oogen gauw bedörven zijn”, Cornelissen-Vervliet (1899).
“Pieren is slecht voor de oogen”, Loquela (Wdb.) (1907).
Ons moeder zei: “Steekt het licht aan. Zit zo niet te pieren, ge gaat uw ogen verknoeien.”
> andere betekenis van pieren
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.