Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kon, verleden tijd van kunnen
Antw.: kunnen, kost, gekunnen.
Ik kost, gij kost, hij kost, wij kosten (en kosten me), golle kost, zij (zolle/zun) kosten
Ik kost mijn eige nimeer inhoue. (Ik kon mezelf niet meer inhouden)
“Flines, die door stadigh minnen ’t Onvermurwde hart kost winnen Van uwe Agnes” – uit De Werken van Vondel, 1674
> andere betekenis van kost
Brabantse voorbeeldvervoeging:
OVT ik begost, gij begost, hij begost, wijlie, welle begosten, gijlie, gelle, golle begost, zijlie, zelle, zeulle, zolle begosten;
VTT ik zèn begost
Middelnederlandsch Woordenboek: begonde of begonste: beginnen. Waarschijnlijk is begonste verbasterd tot begoste.
zie ook kost
Ge moet niet verwonderd zijn dat ge priggel krijgt, gij zijt zelf begost met hem uit te schijten (uitschijten).
Welle begosten aan dat werkske en in een wip en een gauw was dat gefixt.
trekken, sleuren
Middelnederlandsch Woordenboek: leuren: slepen (1539)
Etymologisch woordenboek; ‘ruw slepen, ruw behandelen’
leuren: ‘trekken aan, rukken’ (Vlaanderen, Brabant),
Kiliaen: loren, leuren, loeyeren, luyeren ‘trekken’. Het woord staat naast sleuren. Daar in het overige germ. alleen woorden met s/-anlaut voorkomen, zal leuren wel een jongere nevenvorm zijn.
Niet te hard aan leuren! Sebiet is ’t kapot.
> andere betekenis van leuren
trekken, sleuren
Middelnederlandsch Woordenboek: leuren: slepen (1539)
Etymologisch woordenboek; ‘ruw slepen, ruw behandelen’
leuren: ‘trekken aan, rukken’ (Vlaanderen, Brabant),
Kiliaen: loren, leuren, loeyeren, luyeren ‘trekken’. Het woord staat naast sleuren. Daar in het overige germ. alleen woorden met s/-anlaut voorkomen, zal leuren wel een jongere nevenvorm zijn.
Niet te hard aan leuren! Sebiet is ’t kapot.
daar, deze, bij
enkel in bepaalde samenstellingen met tijd:
te strak(s): daarstraks > derstrak(s)
te just: daarjuist > derjust
te net: daarnet > dernet
te morgend: deze morgen
t’ avond: deze avond
te noenend, te middag : deze middag
te nacht: deze nacht
Middelnederlandsch Woordenboek:
Waer die gone sijn ghevaren, die hier te nacht te werke waren, (Wal. Vlaanderen, 1350.)
Si sullen noch tavont blide sijn. (Segh.)
Te straks had ik het VW open gedaan en te just een lemma ingegeven.
Te morgend ben ik vroeg opgestaan.
Te komende week zou het weeral gaan vriezen.
T’ avond ga ik een schone (schoon) film zien.
> andere betekenis van te
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.