Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
peekeshuis
bejaardentehuis
Jef gaat binnekort definitief wonen in het peijkesaas.
paardenhorzel
De koeien biesden weg omdat er een peerdebie rondvloog over de wee (weide).
paard
ook peird, pjeit, pjeid, puij, peid
dim. pjetje, perdje, pjekke, pjeireke, puijke (ook voor pony)
3 peerden in de blakke zon, 2 staan er roerloos, 1 ligt op zijn zij.
pere krijgen
slaag krijgen
een “peer” is een slag, een klop, een vuistslag
Hij heeft van Jan een flink pak slaag gekregen.
Hajee van de Jan goe wa “pere” gekregen.
afzien, lijden, zichzelf tekort doen
(wordt soms ook geïnterpreteerd en geschreven als ‘zijn peren zien’)
Antw.: z’ne, h’re /’pè ër ë zieng/ (zijne pere zien)
zie ook giele, zijne ~ zien
WNT: Oorsprong van de uitdrukking:
Zijnen pere zien: eigenlijk van iemand die kwaad doet en zijn vader ziet aankomen, en vandaar: iets onaangenaams zien aankomen of ondervinden, spijt of berouw hebben.
- Ik zal mijne’ pere zien aan da’ werk.
- Die in zijn’ jonkheid den doeskop uithangt, zal later zijnen pere zien. Loquela (1893).
Met dat joenk (jong) zal ze huire pere nog zien. Daar heeft ze het leste (laatste) nog niet van gezien.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.