Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Struik, groep bladeren, stengels of takken, die aan de grond uit dezelfde wortel of stam spruiten
uitspr. /huist/ of /huirst/
< (1340 ‘kreupelhout, bosje’) ~ hor, horde (vlechtwerk) Van Dale
De vogel zit in de huist.
poezenmoeder; een poes die haar katjes nog zoogt
In Antwerpen is poezemin ook een koosnaam voor een kat, een vrouw en een meisje.
Ons poes heeft 5 kittens gekregen, waarvan 2 doodgeboren. De poezenmin zorgt nu goed voor de andere 3.
kindertaal en koosnaam voor een kat
Minnekepoes lag zachtjes te ronken op de zetel.
uw plicht doen, verantwoordelijkheid tonen
zie: zijn devoren doen
Als ge elke dag een goei daad doe, dan hebt ge uw devoeëre gedaan.
Artsen doen hun devoeëre; ze helpen patiënten te genezen.
Ge hebt uw devoeëre gedaan, nu kan niemand de schuld op u steken.
zich inzetten, zijn best doen (afgeleid van faire son devoir)
In Antwerpen was de betekenis van ‘zijn devoren doen’: zijn plicht doen, maar is nu verouderd.
graag bevestiging van de regio Gent
< devoor
znw. m. en onz. Ontleend aan fr. devoir. In N.-Ndl. niet meer in gebruik.
1. Wat men verplicht is te doen, plicht.
2. Plichtsbetrachting, toewijding, ijver.
?— Inzonderheid in zijn devoor(en) doen, zijn best doen, doen wat men kan. (WNT)
Het is triestig, dat ventje doet zo zijn devoren en toch moet hij het leerjaar overdoen!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.