Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
snel, gauw
Antw. Kempen: reskes
bvb op een terras, vrouw tegen man:
- man, drinkt a rezzekes a bier uit, dat we naar huis kunnen.
schommel
< rietsen
zie beize, bies, biezabijs, bijs, boes, boeschcammeré, boesjkammeree, rijtak, sturrel, stuur, suur, toeter, touter, wippentater, zwier
In die speeltuin staan er veel goeie rietseko’s waar je heel hoog kunt gaan!
rug
rik, znw. m., mv. rikken. Een in W.-Vlaanderen (en ook elders b.v. op Walcheren en de Z.-Holl. eilanden gebruikelijke vorm van Rug. Mnl. ric.
“Ingevallen rik van een peerd” De Bo (1873) (WNT)
Wil je een keer aan m’n rik scharten,’t jukt.
stoofkarbonaden
< Rindsbraten?
e puise rinsbreie = een portie stoofkarbonaden
verruïneren, tot ruïne herleiden
kapot maken, stuk doen
om zeep (,naar de bliksem) helpen, geen zorg dragen voor
een voddejo zijn
overhoop halen
< Fr. ruiner < ruine (verlies, ondergang, teleurgang, bankroet, instorting) < lat. ruina < ruere, z. storten op)
varianten:
verenneweren
renneweren
rinueren
verinneweren
versjangelere
vb. zie aldaar
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.