Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Kabbelen, schiften
> Komt van het ww. scheiden.
Als je citroen in je melk doet zal ze schee.
zonder om te zien
scheên = scheiden
Het zou me niet verwonderen, dat hij er de brui aan geeft. Als de maat vol is, dan is het voor hem scheên gelijk de hond van zijne stront.
schaatsen; ook schaverdijnen
Als het lang genoeg gevroren had, konden we schaverdienen op de Damse vaart.
de eerste e uitspreken met de ee van nee
Volgens de middelen die je hebt zorgen dat alles mooi verdeeld geraakt (geld, tijd,…) zonder iets of iemand te benadelen.
Kheb nie vele geld meer over van de maand, kga moeten schavelen om alle dagen nog iets te kunnen eten.
hondendrol
WNT: 1. Homp, brok. In Zuid-Ndl.
Douë es in hiël schavak van de gracht afgekalfd.
Hijen heet hum douë in lillike schavak van zijne vinger afgekapt, Tuerlincx
Hij snee’ me daar ’en schavak van ’t brood, wel twee vingeren dik, Corn.-Vervl.
Zie uit waar ge trapt. Daar ligt ne schavak.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.