Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
luieren, flokken
zie fak)
zich fakken in de zetel
we spreken ook van: ne lege fak; dwz: een lui iemand!
als iem. moe is, zijn kaars uit is
zie kezoep zijn
De Guu kwam ’s avonds laat van zijn werk thuis en plofte in de zetel neer. Sonja zei daarop: “Ge kost hem bijeenvegen”.
zetel → zorg
zie ook zeureg
(korte eu)
uitspraak tweemaal doffe e [zœr?ç] /z.er.ech/
Voor zijne verjaardag kreeg vader een nieuwe zerreg.
hond
Die vlooienbak moet in zijn mand slapen en niet in mijn zetel.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.