Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zn. fluweel,
bn. vloeren, fluwelen
zie floeren
→ Fr. velours
De zware gordijnen en de zetels in een theater zijn traditioneel van rooie v(e)loer.
Nederland maakt ook deze beginmedeklinker stemloos en hoort floer/en (vD)
De Gène was glazenmaker en droeg een bruin, geribbelde vloeren vest en broek.
zich onwennig voelen in een nieuwe situatie
Dat vaart, die nieuwe zetel, hij zit niet zo goed als de vorige.
Dat vaart, dat mijne collega weg is.
deken
/‘s.e z.e/ [’søz?]
zie sasie
ook: sözze, sosj
corozje onder de sosje: letterlijk: courage onder de deken = sexueel zeer actief zijn
De bijnaam van de Turnhoutenaren is ‘saziepikker’ ofte seuzzepikker
Ik vind het leuk om ’s avonds in de zetel onder een seuzzeke een boek te lezen.
de luiaard uithangen, luieren
Hij heeft de hele dag geluierikt. Uit de zetel gekomen om een borreltje te drinken en een nootje te kraken of een eike te pellen. Voor de rest heb ik hem niet gehoord of gezien.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.