Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
gebouw/lokaal van de gemeente waar bibliotheek, chiro, ksa, gezinsbond hun stek hebben
(waar spreekbeurten, optredens, lezingen plaatsvinden)
De chiromeisjes spelen bij slecht weer in de patronage.
touwtrekken
opm.: maar niet in uitdrukkingen zoals (fig.)‘dat getouwtrek tussen de partijen’ of ‘touwtrekken over en weer’
in Antw: koor-trekken
Op het Chirokamp was het koordtrekken het finalespel tussen de twee kampen.
alsof
Van Dale:
kwansuis (bijwoord)
1 (formeel) zogenaamd, quasi
Ze doet consjuus dat ze het niet gezien heeft.
Langs de neus weg…
Zonder enige emotie; ijskoud…
zie ook konsjuus
Die morgen kwam hij bij me langs en vertelde me ijskoud dat hij zijn vrouw ging verlaten.
Die morgen is em langs mij gekome en a vertelde ma heel
“consjuus” dat hem ze wijf gin buite kappe.
Als ge op uwe “qui vive” zijt, betekent dat dat ge alert, oplettend bent, op uw hoede
uitspraak: kivief
qui-vive is standaardtaal, maar onzijdig in Nederland en mannelijk in Vlaanderen
< znw. onz.; in Z.-Nederl. m. Uit frans qui vive? ”wie daar?”, den bekenden roep der franse schildwachten.
Men houdt het er gewoonlijk voor, dat quivive eig. beteekent ”wie leeft (daar)?”, maar dan is de franse subjonctif moeilijk te verklaren. Aannemelijker is de onderstelling aangehaald uit Neuph. Mitteilungen 1919: de uitdrukking zou een verfransching zijn van it. chi vi va? ”wie gaat daar?” Immers o.a. in de militaire taal heeft het italiaans een grooten invloed gehad op het frans. (WNT)
Als ge hem iets uitlegt, is hij altijd wel op zijne “qui vief”.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.