Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    IJzeren Rijn
    (vaste woordgroep)

    De IJzeren Rijn is de spoorlijn tussen Antwerpen (België) en Mönchengladbach (Duitsland), via Neerpelt, Weert en Roermond. Een deel van de spoorlijn is buiten gebruik, een groot deel wordt nog wel gebruikt voor goederen- en reizigersvervoer. (Wikipedia)

    Peeters benadrukt in Berlijn belang IJzeren Rijn (Titel)
    Vlaams minister-president Kris Peeters heeft maandag in de rand van het Vorstelijk bezoek aan Berlijn een pleidooi gehouden voor de zogenaamde ‘IJzeren Rijn’, de spoorverbinding tussen de haven van Antwerpen en het Ruhrgebied. (17/02/14 DS)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 18 Mar 2020 17:55
    0 reactie(s)

    klamp
    (de ~ (m.), ~en)

    een hielstuk in een kloon: door een inkerving te maken om de hiel/hak tot zijn recht te laten komen. (zie reactie 1, kappen, fig. 11)

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Klamp: Bij de bo (1873): Klamp. m. … Hielstuk van eene leers, schoe of kloef, fr. talon de botte, de soulier, de sabot.
    Bij blokmakers (klompenmakers).
    Klamp, znw. v. … Uitgekapt deel van den blok dat gaat van den tree tot den hiel. Joos (1900-1904).

    Aan de onderkant van de blok werd met behulp van een destel een klamp gemaakt.

    Regio Waasland
    Bewerking door de Bon op 18 Mar 2020 17:52
    1 reactie(s)

    zwingel
    (de ~, (m.), ~s)

    1. zwengel, hefboom

    2. gebogen houten balk tussen paard en koets
    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    (Gewestelijk in Vlaams-België) Houten, soms lichtgebogen, horizontale balk tusschen een paard of een span paarden en een wagen of ploeg. De zwingel is met een haak rechtstreeks verbonden aan den wagen of ploeg of aan een anderen balk (trekknuppel) en derhalve beweegbaar; op ieder uiteinde van den zwingel is met een haak weer een beweegbare balk bevestigd waaraan de trekstangen worden ingehaakt.

    3. de stang van een remork om aan een trekhaak vast te maken

    4. pak slaag, rammeling

    zie ook: zwong

    1. In de garage van mijn pa stond nog een waterpomp met een zwingel om met de hand water uit de regenput te pompen.

    De motor van de eerste auto’s moest men in gang draaien met een zwingel.

    2. Een koets met een zwingel aan een paard vastbinden is niet gemakkelijk voor een beginneling. Ge moet zien dat dat zeker niet op uw tenen komt te vallen.

    3. De kop van de zwingel van de remork moet goed vastzitten aan de kop van de trekhaak van de auto, anders hebt ge kans dat de remork een eigen leven gaat leiden.

    4. Gij verdient toch nen zwingel rond uw oren, hè man!
    Moet ge wat zwingel krijgen? Nee, stopt er dan mee.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 18 Mar 2020 17:51
    0 reactie(s)

    zwingel
    (de ~, (m.), ~s)

    1. zwengel, hefboom

    2. gebogen houten balk tussen paard en koets
    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    (Gewest. in Vl.-België) Houten, soms lichtgebogen, horizontale balk tusschen een paard of een span paarden en een wagen of ploeg. De zwingel is met een haak rechtstreeks verbonden aan den wagen of ploeg of aan een anderen balk (trekknuppel) en derhalve beweegbaar; op ieder uiteinde van den zwingel is met een haak weer een beweegbare balk bevestigd waaraan de trekstangen worden ingehaakt.

    3. de stang van een remork om aan een trekhaak vast te maken

    4. pak slaag, rammeling

    zie ook: zwong

    1. In de garage van mijn pa stond nog een waterpomp met een zwingel om met de hand water uit de regenput te pompen.

    De motor van de eerste auto’s moest men in gang draaien met een zwingel.

    2. Een koets met een zwingel aan een paard vastbinden is niet gemakkelijk voor een beginneling. Ge moet zien dat dat zeker niet op uw tenen komt te vallen.

    3. De kop van de zwingel van de remork moet goed vastzitten aan de kop van de trekhaak van de auto, anders hebt ge kans dat de remork een eigen leven gaat leiden.

    4. Gij verdient toch nen zwingel rond uw oren, hè man!
    Moet ge wat zwingel krijgen? Nee, stopt er dan mee.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 18 Mar 2020 17:51
    0 reactie(s)

    klawieteren
    (ww., kwlawieterde, geklawieterd)

    1. klauteren, klefferen
    2. hard werken, zwoegen

    zie ook klauwieren

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: KLAWIETEREN; KLAWIJTEREN (Brab.); daarnaast KLAWIESTEREN, KLAVIJSTEREN
    Alleen in Vlaamsch België. Deels gelijkbet. met KLAUTEREN, deels met KLAUWIEREN. Zie de wdbb. van De Bo (1873), Joos (1900-1904), Cornelissen-Vervliet; Loquela (Wdb.) (1907)

    1. Hij klawieterde de berg op zonder moeite.

    2. Hij heeft een hele dag in den hof geklawieterd.

    > andere betekenis van klawieteren

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 18 Mar 2020 17:46
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.