Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vuile praat vertellen
die jonge gasten waren daar were bachten de muur van de koer zwarte schole aan ’t houden/
zij waren daar samen onkuis aan het praten
tastement = betasting
Een man die een vrouw betast zet “een tastement(je)”
Ja… want een “tastement” wordt niet gedaan… maar gezet
Woaroem krijge’kik na een safflet van heur? Toch ni voor
da klein “tastementje” zeker?
heks
< Waals: macralle = heks
Een ouw makral.
De makral zit t’rop. (als iets maar niet wil lukken)
voeding
WNT: Modern lemma: inslag
znw. m. Middelnederlands inslach. Van Inslaan. In verschillende beteekenissen, abstract en concreet.
–B. Wat men naar binnen, te lijve slaat: eten, voedsel, kost. In deze betekenis in Noord-Nederland onbekend.
Pap en soepe en wortels is zachten inslag. De boden hebben daar goeden inslag. Hij krijgt thuis geenen inslag genoeg. poëem WNT
Ge zijt veel te mager, ge moet wat meer inslag hebben.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.