Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Een klets, een mot om de oren, zoals men die aan kinderen zou geven of net iets harder.
Antw. Kempen: een lababbel
Vgl. Grote Van Dale 2005: oplababbel = oplawaai
WNT: hababbel
znw. (m.?), mv. -s.
Ernstige berisping; ‘uitbrander’.
“Indien gij nog eens dus spreekt, zal uw hoogmoed zig wel anders stooten aan een ouderwetze hababbel” Wolff en Deken, Wildsch.(1793).
© 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 1897.
Hou op met zagen of ge krijgt een ababbel.
Sebiet een ababbel hè.
jongerenfeestje, dansavond georganiseerd voor en door tieners, thé dansant
Belgisch-Nederlands volgens het INL
Vanavond gaan we naar de fuif van de scouts.
sok, (dames)kous
Wie een groot ko(e)t heeft in zijn hozen waar zijn dikke teen door steekt, krijgt te horen dat zijn eerappel uitkomen.
Zij heeft een ladder in haar hoos.
Sommige vrouwen dragen graag sporthozen.
zak
Brood steekt ge in een papieren hoos, eetwaar in een plastieken hoos.
madeliefje(s)
(namen van bloemen zijn vaak meervoudig in het dialect: pisbloemme, meeklèkskes, groffiaote, krizante, bosilzjekes, klitteklotte, kérkesniëtels, botterbloemme, koebbelreiskes …)
Lokale uitspr.: meezietsjes
Etym.: made + soete (cf. Van Dale, meizoentje)
Kinderen plukken de eerste meizoetjes in het gras om er een bloemenkransje van te vlechten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.