Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
lek
vb een fit in de waterleiding, een fit in de gasleiding
< Frans fuite
Woordenboek der Nederlandsche Taal: fit: het uitstroomen, lekkage.
Vlaams-Belgiƫ, plaats, gat, scheur waardoor gas of een vloeistof kan ontsnappen; lek
Het ruikt hier naar gas, we zullen toch geen fit hebben zeker?
De waterkraan lekt, ik denk dat er iverans een fit in is.
vlecht
Mijn grootmoeder maakte van mijn lang dik haar een mooie keper.
> andere betekenis van keper
kort afscheren
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Kortgeschoren, kort afgeschoren; in Zuid-Nederland voor: kortgeknipt.
De coiffeuse heeft zijn haar rond de oren en de nekpartij kortgschoren. Dat zal wel koud zijn nu het winter is.
vrouwelijke coiffeur, kapster
’k Wilde nooit naar de coiffeuse en mijn moeder moest ook van mijn coiffure afblijven. (De maand van Marie: vier vrouwen – Luuk Gruwez)
En mijn coiffeuse was jaloers. Maar intussen was het urenlang aanschuiven, tot in Rumst, daar waar het sprookjesdecor ver zoek was. (standaard.be)
zonder ‘te’
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Voorheen werd om veelal onmiddellijk, zonder te, met de onbep. wijs van het ww. verbonden: een gebruik, dat in de volkstaal van Vlaamsch-Belgiƫ nog heden bekend is.
Verdriet bij het afscheid van een dierbare is meestal moeilijk om dragen.
> andere betekenis van om
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.