Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    sloef, onder de ~ liggen
    (uitdr.)

    onder de plak zitten, de mindere zijn in een relatie, zich laten doen

    Karel ligt thuis onder de sloef.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Sep 2011 15:52
    0 reactie(s)

    Maneblusser
    (de ~ (m.), ~s)

    Mechelaar

    Het is hun niet gelukt de maan te blussen, maar gelukkig stond de Sint Romboutstoren ook niet in brand.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Sep 2011 15:08
    2 reactie(s)

    zich laten doen
    (uitdr.)

    zich alles laten welgevallen, te gemakkelijk toegeven, zich laten overheersen;
    vergelijkbaar: met zich laten sollen, op zijn kop laten zitten

    standaardtaal in België

    Als ge zeker zijt van uw stuk moet ge u niet laten doen he!

    “Toen hij nog op de lagere school zat, liet hij zich altijd doen, maar in de middelbare school beet hij flink van zich af. (standaardtaal in België)” Taaladvies.net

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Sep 2011 14:47
    2 reactie(s)

    bonen knopen, vooruitgaan lijk ~
    (uitdr.)

    zegswijze om aan te duiden dat een klus, een taak of een proces traag vooruit gaat.

    Dit werk duurt wel erg lang, het gaat vooruit als bonen knopen.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 05 Sep 2011 15:32
    3 reactie(s)

    buis
    (de ~ (v.), -zen)

    onvoldoende

    WNT: znw. vr., mv. buizen. Zeker afgeleid van buizen, bijvorm van Buischen, slaan, kloppen, en dan ten nauwste verwant met wvl. buisch (zie buischen).
    1. Iemand eene buis geven: een pak slaag. In Overijsel (N. Ned. Taalmag.).
    2. Iemand eene (zijne, hare) buis geven, hem of haar afzeggen, de liefdesbetrekking afbreken (soms: een blauwtje laten loopen). Eene buis krijgen, niet slagen, afgewezen worden, hetzij bij een huwelijksaanzoek, hetzij bij een examen, bij eene verkiezing enz. Eene in Vlaanderen gewone, gemeenzame uitdrukking, te vergelijken met bot -, slip vangen, een bok schieten, een flater begaan.
    “Die dompelaar (sukkel) mocht wel eens in eenen wedstrijd bekroond worden, als vergoeding voor de talrijke ”buizen”, waarmede onmeedoogende professoren hem in zijne examens hadden bekroond.” G. Bergmann
    Afl. Buizen
    © 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 1902.

    Ik heb een buis op Nederlands.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Sep 2011 17:49
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.