Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
erf, grond rondom huis
< Middelnederlands geliggen (gelegen)
Daar liepen veel kiekens op zijn geleeg.
kous
Zwette kaasses en witte kaasses moogt ge niet met één in ’t wasmachien steken.
mier
< mierzeiker, uit mier en zeik
WNT, bij pismier: Evenzoo eng. pismire. Gewestelijke benaming voor de mier, die zoo geheeten wordt, omdat het insect een pisachtigen reuk afgeeft, of, naar het volksgeloof, de menschen bepist.
“Pis-miere, mier-seycke.” Formica (Kiliaan)
W’emme ne nest muurzeikers ier in den hof, dus past op waarda ge ga zitten.
dat weet ik vanzelfsprekend ook wel, dat is duidelijk
Dat ze in England met ponden betalen weet mijn gat ook wel, maar ik vroeg hoeveel dat hun munt waard was tegenwoordig?
Dat weet mijn gat ook, en dat heeft niet gestudeerd! (Antw.)
dat begrijpt iedereen
in Antwerpen: gat, dat weet mijn ~ ook wel
We zullen dit jaar geen winter meer krijgen.
Dat weet ons kat ook.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.