Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
geld
< sol=oude Franse munt (sou) < volkslatijn: soldus < Latijn solidus
WNT:
znw. m. Ontleend aan verouderd fr. sol.
Muntstuk of waarde van 10 centiemen. Gewestelijk in Z.-Ndl.
“Als ’t dan avond was en hij … de sollen en centen kon uittellen” Thiry, Mr. Vindevogel.
zie ook sol bij teppen schieten
- Ga je mee winkelen?
- Nee, ik zit krap bij kas, m’n sollen zijn op.
Antw.: “Ik heb gene rotte sol op zak. Ik ben platzak.”
directeur, uitbater van een (handels)zaak, filiaal e.d.
(betekenis in AN is ruimer: “iem. die in opdracht van een ander voor diens rekening een economische activiteit uitoefent” (VDale 2009)
Wanneer de zaakvoerder van een BVBA (bvba) statutair bepaald is, geniet hij een principiële onafzetbaarheid.
directeur, uitbater van een (handels)zaak, filiaal e.d.
(betekenis in AN is ruimer: “iem. die in opdracht van een ander voor diens rekening een economische activiteit uitoefent” (VDale 2009)
Wanneer de zaakvoerder van een <span class="caps">BVBA</span> statutair bepaald is, geniet hij een principiële onafzetbaarheid.
Het is vlees dat niet aan de haak kan hangen: gehakt.
Dit is een typisch Liers woord voortkomend van het Franse woord ‘haché’ en verbasterd werd tot ‘arsee’.
ook arcee
“Beenhouwer, graag voor my een half pond arsee aub.”
heel slap, zonder fut, zonder energie
Leiestreek: zo slap als een slunse
Ik had een appelflauwte en voelde me zo slap als een schotelvod.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.