Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iemand die vuile dingen doet, vies eet, vuil is
Van Dale online: vetzak
zelfstandig naamwoord; de (m)
1. schimpnaam voor een dik persoon
2. (Belgisch-Nederlands) schimpnaam voor een persoon die vuile taal uitslaat
Eet gij thuis ook zo? Vetzak!
hetzelfde als vetzak
WNT: gewestelijk in Z.-Nederl. voor: vuilpoets (Corn. (1936))
Die vettigaard wast zich nooit.
(jongerentaal)1. iemand die niks goed kan doen, scheldwoord;
2. iemand die liefhebber is van iets
Amai, ge zijt echt wel ne sucker hè gast.
“Ik ben altijd al ne sucker geweest voor musicals. En dit zijnde een musical van de hand van Tim Burton. Dat moest ik gezien hebben.”
verkavelings-Vlaams voor schrik krijgen, schrik hebben
omzetting van zn. schrik naar bn. bang;
vgl. akkoord zijn – het eens zijn
De vogels zijn met een veldkanon niet meer bang te krijgen. Ze zitten erbovenop en springen er even voor het afgaat weer af.(Sven)
zakgeld
Karel krijgt al 2 euro pree per week.
“Ik geef mijnen zoon alle Zondagen een’ fr. voor zijne pree” Rutten (1890) (WNT)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.