Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
aardappelmes. klein mesje.
patatschelder, petattenschelder
Ge kunt de patatten schillen met een petappelmes.
knoop
WNT:
5. Knoop aan een kleedingstuk of een gebruiksvoorwerp, dienende om het te sluiten of als versiering. Thans alleen in Z.-Nederl. en Zeel., oudtijds ook een enkele maal, blijkbaar als uit het Z. overgenomen woord, bij een noordndl. auteur aangetroffen.
‘Kyck wat een lieven Kinneken t’ is een Manneken t’ Heeft een Knopken op syn Muts’ OGIER, Seven Hoofts (1644).
De bovenste knop van mijn hemd is eraf gesprongen.
de luiaard uithangen, luieren
Hij heeft de hele dag geluierikt. Uit de zetel gekomen om een borreltje te drinken en een nootje te kraken of een eike te pellen. Voor de rest heb ik hem niet gehoord of gezien.
Wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten. Wie iets mispeuterd heeft moet de gevolgen dragen
Als een vrijer “per ongeluk” zijn lief heeft “volgedraaid”, dan zegt men: wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten !
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.