Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Soort van zoetekoek maar bestaande uit 3 lagen. Bovenste laag: peperkoek in het midden soort marsepein en de onderste laag opnieuw peperkoek.
Regio Uitkerke-Zeebrugge-Knokke-Heist
‘Janhagel’ betekent in het Nederlands ‘gepeupel’. Op het einde van de achttiende eeuw werden jonge mannen naar het leger gelokt met onder meer soldatenkoeken.
Wat eet je daar bij de koffie?
Janhagel en zijn maat.
Veel te groot.
in Antw. een koe te groot
Dat hemd wappert aan m’n lijf. Het is een paard te groot.
regio Meetjesland
betekenis: hij is dood.
zie ook buik, gras op zijn, haar ~
Heb je Paul onlangs nog gezien?
Weet je dat dan niet? Hij is den hond gaan eten geven.
Weet je dat dan niet? Hij is dood.
dood, overleden
vgl. hemelen; hond, hij is de ~ gaan eten geven
buik, gras op zijn, haar ~
Grampeir ès hiemele – bij Zjeezeke èn de kos (grootvader is gestorven, (gemeenz.) heeft nu een tuintje op zijn buik)
Afgeleid van “Geocaching”
spel waarbij men met behulp van gps zijn weg moet zoeken in het veld, bv. op zoek naar een zogenaamde schat
Aan Geocaching doen
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.