Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    letten
    (werkwoord)

    ergens vertoeven -voor korte tijd

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Middelnederlands letten
    Vertoeven, (ver)blijven. In Vlaanderen nog gebruikelijk.

    Ik ga even tot bij de buurvrouw, ’k ga niet lang letten.

    > andere betekenis van letten

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 10 Jul 2019 17:29
    0 reactie(s)

    oogscheel
    (het ~ (o.), ~en )

    ooglid
    Van Dale 2018 niet algemeen

    dialectwoordenboek: oogscheel , oogscheel , ooglid, zooveel als oogdeksel. Zie Scheel.
    Bron: Panken, P.N. (1850) Kempensch taaleigen, Idioticon I, A-Z, Idioticon II, H-Z, red. Johan Biemans, 2010, Bergeijk

    Woordenboek der Nederlandsche Taal onder “scheel” 2. Ooglid, lid (t.w. van het oog). Nog in zuidelijke dialecten.

    “Ook voor de oogziekte trichiasis (het groeien van wimpers aan de binnenkant van het oogscheel) hadden ze al een oplossing.” (HLN 01/09/18)

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 10 Jul 2019 17:23
    0 reactie(s)

    scheel
    (het ~, ~schelen)

    klankbekken als instrument aan een drummstel
    handcimbaal

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Bekken als muziekinstrument. Gewestelijk in Zuid-Nederland (Cornelissen-Vervliet)

    Een drummstel bestaat uit trommels en schelen.

    Wanneer de fanfare voorbij defileerde klapten we altijd in onze handen als Sjel met zijn schelen voorbijstapte.

    > zie andere betekenissen van scheel

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 10 Jul 2019 17:22
    2 reactie(s)

    scheel
    (zn. o. -en)

    bovenste ooglid, oogscheel

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Ooglid, lid (t.w. van het oog). Nog in zuidelijke dialecten.

    Ze heeft een weeroog op het scheel van haar oog.

    > zie andere betekenissen van scheel

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 10 Jul 2019 17:21
    2 reactie(s)

    roggeverdoemeke
    (het ~, ~s)

    roggebroodje met rozijnen
    zie ook ruggemaftje

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Roggeverdommeken, in het Antwerpsche: klein roggebroodje met krenten er in gebakken (Cornelissen-Vervliet (1899)).

    Afbeelding zie hier

    Elke zaterdag bestellen wij bij onze bakker een roggeverdoemeke.

    Roggeverdoemekes verkopen ze in Herentals in de Delhaize.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 10 Jul 2019 17:20
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.