Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
(onbetrouwbare) tapijtenhandelaar; colporteur
Die tapijtentsjoektsjoek heeft mijn buurvrouw een flinke som geld afgetroggeld met zijn mooie praatjes.
> andere betekenis van tjoektjoek
Een getuigschrift van arbeidsongeschiktheid.
Het attest dat de dokter moet invullen. Het moet op tijd opgestuurd worden naar de adviserend geneesheer van de ziekenkas.
Als interimer laat ge de vertrouwelijke direct door de dokter invullen en binnen de 48 uren naar de ziekenkas opsturen.
joint
zie ook toet; toep, een ~ ketten
Past op, de polies komt af, smijt dien toep weg!
> andere betekenis van toep
dop, stop, afsluiting, ook wel tsjoep
De cola wordt plat als we den toep van de fles niet vinden.
Trekt den toep uit bad als ge deruit zijt.
> andere betekenis van toep
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.