Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
‘De Vlaming heeft last van fantoomonderdrukking’ van Rashif El Kaoui
Wokeness, Oxford English Dictionary definieert de term als well-informed, up-to-date; alert to racial or social discrimination and injustice. Wie de sociale media volgt, is waarschijnlijk meer dan bekend met die term. Deze wakkere tendens denderde in 2018 vrolijk voort in de globale media en in mensengeesten allerlande. Maar in Vlaanderen klonken halfgefluisterde zinnen als ‘ge moogt binnenkort niks meer zeggen’ vaak luider dan de kreten van een bosbrosser.
Voor de Vlaming is vrijheid van meningsuiting geen vanzelfsprekendheid, maar een zuurverdiende verworvenheid. Hij is spaarzaam met het verspreiden van diens diepste zielenroerselen. De achterkant van de Vlaamse tong is veelal terra incognita. Daarom dat een politicus die ‘zegt wat hij denkt’ in Vlaanderen door vrienden op het schild gedragen wordt. (Heeft u hem?) Want iemand die zegt wat hij denkt, maakt gebruik van die zuurverdiende verworvenheid. Ziet u, Vlaanderen lijdt namelijk aan het ‘overwonnen-volk-syndroom’. Dat syndroom is gegroeid vanuit eeuwen en eeuwen onderdrukking. Of het nu de oude Romeinen, de Franken, de Duitsers, de Spanjaarden, de Nederlanders, alweer de Duitsers, de Franstalige Belgen of gewoonweg de katholieke kerkvaders waren, de Vlaming bevond zich meestal onder de figuurlijke en vaak letterlijke knoet.
Loop na het vallen van de avond door Vlaamse bebouwde kommen en u zult de tekenen van onderdrukking zien: rolluiken om ogen af te schermen. Of op zijn minst gordijnen. Loop omstreeks hetzelfde tijdstip door Nederlandse steden en de kans dat u achter het raam oog in oog komt te staan met een half ontklede Nederlander is reëel.
In vergelijking met onze Franse en Nederlandse buren was het woord voor de Vlaming een gevaarlijk ding. En hoewel de knoet in de loop van de twintigste eeuw boven hem werd weggehaald, voelt hij die nog steeds om zich heen zweven als een fantoom. De Vlaming heeft last van fantoomonderdrukking.
Daarom zoekt hij naar placebo-onderdrukkers. Zoals gastarbeiders en hun kroost, de Europese Unie, migranten, de media en de kunsten, de links-intellectuelen. Want laten we wel wezen, de Vlaming is geen homogene groep volgens hemzelf.
Wanneer een Amerikaan op Donald Trump stemt omdat die zich niet gehoord voelt, is dit vanuit een gevoel dat schreeuwt: ‘Ik verdien het om gehoord te worden!’ Wanneer een Vlaming sympathie uit voor een vergelijkbare demagoog is dit vanuit een gevoel dat mompelt: ‘Ik mag nu toch eens eindelijk gehoord worden, zeker?’ Zolang de Vlaming koppig blijft vasthouden aan zijn gevoel onderdrukt te worden, zullen populistische politici die ‘hun gedacht’ zeggen weerklank vinden. Zodra hij beseft dat hij al lang mag zeggen wat hij denkt, kan er geluisterd worden.
Ik vrees dat 2019 geen jaar wordt van het ontwaken, eerder een voortzetting van het ‘ontwoken’. 2019 wordt een jaar waarin ge niks meer moogt zeggen.
Woord van dag bij het VW, woord van het jaar 2019 volgens mij.
Na de Eerste Wereldoorlog kwamen de Oostkantons na ruim honderd jaar Duits-Pruisisch bewind in Belgische handen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebeurde het omgekeerde en werd de lokale bevolking verplicht om in het Duitse leger te dienen. Toen het gebied na de oorlog opnieuw bij België kwam, werd dat de inwoners van het zwaar gehavende gebied door de Belgische overheid zwaar aangerekend. Dubbel oorlogsleed dus.
Toen de taalgrens in 1962 op vraag van de Franstaligen in ons land werd vastgelegd, werden de Oostkantons in twee gedeeld. Het gebied rond Eupen werd Duitstalig maar met faciliteiten voor de ca. 5% Franstaligen. Malmédy en omstreken werd Franstalig maar met faciliteiten voor de ca. 33% Duitstaligen.
Tussen de Voerstreek en de Oostkantons ligt ook een gebied waar het Platdiets of Geullands wordt gesproken, een Limburgs dialect dat niet zomaar tot het Nederlands of het Duits kan worden gerekend maar een overgang vormt naar het Ripuarisch, een Middelduits dialect dat als afzonderlijke taal wordt beschouwd.
Ten slotte bevond zich vlak aan de Oostkantons ooit ook een vierlandenpunt. Na de val van Napoleon konden Pruisen en de Nederlanden het niet eens worden over een gebied rond de gemeente Kelmis. Om uit de impasse te raken werd de onafhankelijke dwergstaat Moresnet opgericht, waarvan de burgemeester van Kelmis het staatshoofd was. Het was een belastingparadijs, er was geen dienstplicht, er waren lage invoerrechten en alcohol stoken was er legaal. Na nauwelijks 40 jaar was het aantal bewoners dan ook vertienvoudigd.
In het begin van de 20ste eeuw werd er opnieuw onderhandeld, maar een definitieve regeling kwam er pas na de Eerste Wereldoorlog. Het verdrag van Versailles uit 1919 bepaalde dat Moresnet samen met de Oostkantons bij België zou worden gevoegd, wat op 10 januari 1920 gebeurde. Het was aanvankelijk ook de bedoeling om van Moresnet de eerste Esperantostaat te maken, aangemoedigd door esperantist Wilhelm Molly. Moresnet zou dan Amikejo (vriendplaats) heten. Ook hier gooide de oorlog roet in het eten.
Kaart: zie hier
(Bron: taalfluisteraar.be)
Deze duim ?
zie hier
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.