Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
gelèk is ook een kempense variant just als: gelak, lak, gelijk. Dat hangt ook af van de regio en de geimporteerde dialecten.
stijjjet? Zo wordt da ni uitgesproken noch geschreven.
Stjeit is da in de Antw. Kempen.
Sjeit meer tege Antw.
Zal ik het lemma aanpassen?
moet kunnen!
scharminkel is de toestand van het object, maar wordt dikwijls als sterentype voor mager of lelijk gezien, terwijl dat dat niet zo is.
Scharminkel = sukkel, mistroostig, armzalig eigenlijk.
Jong, oud, lelijk, mager, gebocheld,mankig, enzo geven meer een duidelijker beeld over die toestand.
Een half uitgedroogde patat is ook een scharminkel.
Het lemma kan misschien in die richting worden aangepast.
De Hollanders kwamen achterna:
III. Onz. — Niet algemeen is moeien in den zin van zich moeien; dit onz. gebruik is waarschijnlijk uit het wederk. ontstaan.
Vermits hy noyt en is so dwaes, Te moeijen met een vijse-vaes, CATS 1, 144 a 1627.
Ach! ’t is een seldsaem werk, met man en wijf te moeyen, CATS 1, 224 a 1622.
Leert (imper.) met de keucken moeyen, CATS 1, 352 b 1625.
En moeyt niet voorder als enz., OGIER, Seven Hoofts. 5 1644.
Veel koeien, veel moeien (zegsw.). poëem WNT
Bron: WNT
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.