Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zie ook aftreifelen
Ze is alleen maar vriendelijk tegen die ouwe om hem af te strafelen.
iemand verslaan (o.a. sport en spel)
Van Dale 2015 online: BE (enkel in deze betekenis)
vkliedekerke.be: RUS pas gepromoveerd uit 4de provinciale, wisselde goede en slechte resultaten af, en werd vorige speeldag nog afgepoeierd door hun buren uit Saintes met 0-6.
Ook de Vlaming heeft al eens last van kwaaltjes allerhande, maar zowel voor de aandoeningen als voor de remedies verschilt zijn taalgebruik van het Nederlands. Overigens put de Vlaming, in tegenstelling tot de Nederlander, zijn scheldarsenaal helemaal niet uit ziektes. In dit lemma bewaren we een overzicht van allerlei Vlaamse terminologie gelieerd aan de gezondheidszorg.
aandoeningen:
abces
afgang
appelsienhuid
appelsienvel
appendicite
attak
bassen
bleinen
bommaziekte
buikstorm
brand
bronchite
cellulite
crise
deshydratatie
deurvlogentheid
dikoor
draaien
draaiing
een zuur maag
flebit
fleuris
geel
geestesgestoord
geraaktheid
griepig
jeugdbrand
kerkhofblommen
kettingziekte
kiekeborst
kiekhoest
klem
klierkoorts
knikkebolziekte
krab
kuskesziekte
nevenverschijnsel
notarisziekte
pellekes
plekken
’t pootje
rattenziekte
rodehond
sciatique
sinusite
slaptitude
slepende ziekte
speen
stekkebenen
tic nerveux
vallende ziekte
valling
vriesblaar
vuil ziekte
wateroog
weeroog
zona
onechte aandoeningen:
hypo
jupilitis
manzjenieziekte
Sinte-Medunkt
vanbrustum
het menselijk lichaam:
aberniks
billen
dikke teen
haar
het hert
kaaken
karuur
kas
kop
maaltanden
meujenoks
meuttekesknieën
poep
staartbeen
vel
wervelzuil
wijsheidstanden
uitdrukkingen:
aan de ribben (blijven) plakken, kleven
adem, op zijn ~ trappen
afgaan, plat ~
hals, aan de ~ laten komen
maag, (zwaar) op zijn ~ liggen
maag, voor zijn of haar ~ leven
maag, zijn ~ laten keren
gezondheidsverlening:
ambulancier
arbeidsgeneesheer
baxter
cocoonvaccinatie
collocatie
dokteres
dokter van wacht
dokteur
doktoor
gasthuis
Geel
Geneeskunde voor het Volk
geneesmiddel, wit ~
generisch geneesmiddel
Het Vlaamse Kruis
honderd
hoorcentrum
hoortest
hospitaal
hospitalisatie
huisapotheker
huisartsenwachtpost
intensieve
intensieve zorgen
internering
keelwisser
kinderbed
kine
kinesist
kinesitherapeut
kinesietherapie
kliniek
materniteit
medicijnen
militair geneesheer
moederhuis
mug
neuswisser
nko-arts
O.K.
omnipracticus
operatiekwartier
palliatieve
pikuur
plaaster
plaasterspecialist(e)
plakker
plomberen
professor
recupereren
senologie
sparadrap
spoed
spoedarts
spoeddienst
spoedpersoneel
sportkinesist
suppo
tandplaaster
tantist
tensoplast
urgentiearts
valse tanden
vals gebit
vloed
wasdom
windel
witte schort
witte sector
zorgen
zorgkundige
zothuis
documenten:
dixitattest
doktersbriefje
gmd
klevertje
maagdelijkheidsattest
sis-kaart
ziekenbrief
medicatie:
peujerke
Varia:
aangeladen
maaggevoel
maagriem
uitdrukkingen:
beterhand, aan de ~ zijn
in het kinderbed blijven
klot, van zijne ~ vallen
laste, ten ~ van de patiënt
losbreken
mensen, het zit onder de ~
vallen, van zijnzelve ~
sus, van zijne ~ draaien
ziek vallen
ziek vieren
varia:
arbeidsonbekwaam
Bednet
berechten
b-fast
center
compensatiekas
corona (voorvoegsel samenstellingen)
coronacoalitie
coronacommissaris
coronanummer
coronaregering
coronavluchteling
coronavrijwilliger
disponibiliteit
gezondheidsfactuur
griepcommissaris
hospitalisatieverzekering
kiwimodel
maandstonden
medische bijpremie
mutualiteit
noodnummer
orde van artsen
orde van geneesheren
pyjamadag
regels
Riziv
sanitair
systeem
uitnemen
voos
werkonbekwaam
wetsdokter
wetsgeneesheer
witte frak
x-ray
X-stralen
ziekenbond
ziekenkas
-
- afzwakken, langzaam in sterkte of kracht minderen, afnemen,
- verzwakken, achteruit gaan (gezondheid)
> zie andere definities van afgaan
- Laat dat pillicht niet de hele tijd branden, dan gaan die pillen af en sebiet als ge het nodig hebt, dan marcheert (marcheren) dat niet meer.
- Mijn schoonvader is door zijn ziekte heel hard afgegaan.
1) kleuren die afgeven in water, verbleken in water
2) van kleur verschieten, verbleken, vervalen, afschieten
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
1) Die rode broek apart wassen want die gaat af.
En zeker niets wit erbij steken want als die afgaat dan ziet alles roos.
2) In de solden vindt ge soms kledingstukken met een verbleekte plooirand, dan is dat afgegaan van de zon met in de vitrine te liggen.
> zie andere definities van afgaan
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.