Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
maandstonden
Als mijn vrouw haar prutsen heeft moet ze ineens heel haar huis kuisen…
spoorstaaf, het spoor, de spoorweg
verbastering van Fr. route (vgl. karrespoor)
/root/
Daarstraks gezien: een teefje deed haar plas tussen de roeten van den tram op de keien.
Nonkel Mil werkt bij de roet.
(zelfde betekenis als in SN, maar in grote delen van Limburg wordt het verschil tussen enkelvoud en meervoud uitgemaakt door een toonverschil)
e been (sleeptonig, dus slepend lang; sommigen geven dit weer door een puntje na de ee: bee.n)
twee been (stoottonig, korte ee; de stoottoon wordt veroorzaakt door het wegvallen van de onbetoonde meervoudsuitgang)
Enkele andere woorden (minimale paren/homoniemen) die qua uitspraak aleen in toon verschillen: steen (enk./mv.), bal (dansfeest/speelbal), erm (arm adj./lichaamsdeel), bos (bos/beurs/borst/barst) …
Op ee been konste nie ston. (op een been kunt ge niet staan)
Hèè kos nimei op z’n been ston (hij kon niet meer op zijn benen staan)
glijbaan, baan op glad ijs
idem prov. Antwerpen
komt ge mee slibberen? We hebben op de straat een slibberbaan gemaakt.
baantje glijden op het ijs, op een slibberbaan
Het heeft gesneeuwd, komt ge mee slibberen?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.