Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
toegetakeld, (modern eufemisme voor) gekloot
vgl. sjarel, gejost zijn
De akses van die bank zijn gekelderd, wie daar nu nog mee zit, is ferm gesjareld.
Onze gebuur is met zijne fiets in de gracht gesukkeld. Ge moet hem zien, hij is lelijk gesjareld.
persoon of kind met een zacht karakter, gemakkelijk in de omgang, positief ingesteld.
[kr?:m]
Mijn schoonzoon is een crème van ne jongen!
Mijne gebuur is ne crème van ne vent!
in de uitdr.
de vlag hangt uit (de vlag hink aut): gezegd wanneer iemands hemdsslippen zichtbaar zijn (vgl. vaan)
de rode vlag hangt uit (de roj vlag hink aut): gezegd van een vrouw die haar regels heeft
De gebuur heeft zijn vlag weer uithangen, zie ik. Sinds zijn vrouw ervandoor is, loopt hij er als een clochard bij (De geboêr hèt z’n vlag wir authange, zien ich. Sènd z’n vroo ’t aofgetrap ès, ziet ’r aut waaj ne boheemer)
Als de rode vlag uithangt, wil dat zeggen dat de Fransen over de grens zijn. (De roj vlag hink aut, de Franse zin iëver de grêns)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.