Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Zich eens goed laten gaan. Een feestje bouwen, gaan pintelieren
Ons mannen zijn de bloemekes aan het buiten zetten. Morgen hebben ze terug allemaal koppijn.
losbol, lichtjes op zijn kop gevallen niet ernstig te nemen persoon
Zie die kwistenbiebel daar nu eens bezig! Hij is bezig de straat proper te maken met handborstel en vuilblik.
Mag ik hier vermelden dat ik vroeger gehoord heb dat dit woord zou komen van iemand die den biebel in kwestie stelt?
helemaal, volledig, geheel
zie ook: helegans
Als ge gans uw bord leeg eet krijgt ge straks nog ne lekstok.
Ik heb van gans de nacht geen oog dicht gedaan.
Ik weet van gans die affaire niets.
Hij zit gans de tijd achter zijn pc.
of stute
boterham
‘s Morgens (s’nuchtens) een stutte met confituurmoes en ‘s namiddags (’s achternoens) een stutte met hesp.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.