Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Iemand die zijn eten snel verteert: van tafel komen en vlak daarna al moeten “kakken” (zonder diarree weliswaar!)
We spreken het uit als deurjaoger
Fons da’s nen echte deurjager, die komt van tafel, moet direct naar de wc en daarna kan hij weer eten én blijven eten.
smeerlap, slechte kerel, bedrieger enz.
De smeerbos! Hij heeft het weer gelapt!
afzien, lijden, zichzelf tekort doen.
(Antw.) z’ne, h’re /’pè ër ë zieng/ (zijne pere zien)
zie ook giele, zijne ~ zien
WNT: Oorsprong van de uitdrukking:
Zijnen pere zien: eigenlijk van iemand die kwaad doet en zijn vader ziet aankomen, en vandaar: iets onaangenaams zien aankomen of ondervinden, spijt of berouw hebben.
- Ik zal mijne’ pere zien aan da’ werk.
- Die in zijn’ jonkheid den doeskop uithangt, zal later zijnen pere zien. Loquela 13, 34 1893.
Met dat joenk (jong) zal ze huire pere nog zien. Daar heeft ze het leste (laatste) nog niet van gezien.
vader, ook een oude man
uitgesproken gelak het Fr. père
WNT:
- Wat zal uw pere daar van zeggen? JOOS 1900-1904
- Maer siet dat Lammeken (dat kleine kind) het schynt dat t’kennis draecht van sijn Peerken. OGIER, Seven Hoofts. 15 1644.
- Pere, Wuk (wat) dunk-je van ’t weêre? Kinderrijm (Ieperen). in DE COCK en TEIRL., Kindersp. 6, 221 1906.
Onze pere is nen echte ouwe pee geworden.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.