Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een onschuldig, naiëf, verlegen vrouwspersoon, meestal ouderwets en/of slordig aangestoten (aanstoten).
In het programma ‘Trinny & Susannah’ schamoteren de 2 madamen al wel eens een subbedees om tot farm wefke.
1) persoon die speekt, spuwt, spuugt
2) een waterspuwer: een beeld met een gapende mond
vastgemaakt aan het gooteinde voor de afvoer van regenwater, zodanig dat de daarbij gevormde straal vrij blijft van de eronder liggende gevel
vroeger als bouwornament: in de vorm van een spuwende kop van een monster, draak of een lelijk gezicht.
1) iemand die iets uit zijn mond op de grond speekt is een speeker.
2) Aan de dakgoot van een kerk ziet ge nog wel eens een speeker hangen. Kijk goed naar de monsters met met wijd open getrokken bakkes.
sigaret
Tegenwoordig maakt men nog enkel antireklame voor stinkstokken.
ne rochel, een fluim, groen snot
Hij moest hard niezen en in zijne neusdoek zat ne farme groene.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.