Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iemand van Boom (letterlijk: Honden-eters)
(Booms) Steenbakker of Onnefretter, moakt a keus, ma van Booem zede!!
Bomenaar van oude trant
(Booms) Echte geleiggangers in Booem klappe nog zo, beveurbeld ‘mier’ veur muur!
knikker (origineel die van marmer gemaakt)
(Booms) ’Goad’is me de meirmels spele, stuk kind!’ ~ ’Boll’et is af jong, stuk verdriet!’
knikker (origineel die van marmer gemaakt)
(Booms) ‘Ga d’is me de meirmele spele, stuk kind!’ ~ ’Boll’et is af jong, stuk verdriet!’
onderuit schuiven, vallen
regio Boom
Ons Mie ging daar nogal ne gerlago – al gu nix gebroke!!
Hij ging nogal onderuit: oa ging nogalis ne gerlago (http://www.mijnwoordenboek.nl/dialect/Booms)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.