Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iets/iem. in het snotje hebben, doorhebben, doorzien
Ik heb wel in ’t snuitje wat er hier staat te gebeuren. Daar moet ik geen tekeningske bij maken.
niettegenstaande alle weerstand
→ perfors
Hij wou en hij zou persee aan de overkant geraken. Hij is dan maar in ’t water gesprongen en is overgezwommen.
knikker
zie ket, bolleket, laveur, schiethuif
(Z.0.Vl.) marbol (dagoke)
(Antw.) ne maarembol, maarebolle (mv.) (haloewie)
(Hageland) ne mermel, ne merrevel
< Middelnederlands: ‘marber’, ‘marbel’ = marmer (Fr.: ‘marbre’) < Lat.: marmor
De kinderen zijn met de marbels aan het spelen.
donsdeken
< (Fr.) édredon < IJslands œthardunn (eiderdons)
Af en toe ziet ge in de voormiddag nen edredon uit het raam hangen om te verluchten.
afzien, lijden, zichzelf tekort doen.
(Antw.) z’ne, h’re /’pè ër ë zieng/
zie ook giele, zijne ~ zien
Met dat joenk (jong) zal ze huire pere nog zien. Daar heeft ze het lèste (laatste) nog niet van gezien.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.