Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
regenworm
(Hageland) piƫt /pie.et/ (jiet)
(Leiestreek) tettingen (hamamelis)
Als ’t regent, komen er veel pieten uit de grond.
meisje
Maskes en jongens mochten vroeger niet samen in dezelfde school zitten.
geen geld hebben om iets te betalen
knipstuiver = waardeloos geld (een vingerknip?)
Zo een kostelijke affaire, met wa ga je da betalen? Met knipstuivers zeker.
zoetebek,
wie enorm graag “zoet” lust: gebak, snoep, fruit, e.d.
De zoetemond kon die lekkere beker ijs toch niet aan zijn neus laten voorbijgaan.
onbestemde plaatsaanduiding
in de kontekst: het zijn uw zaken niet
/’t.e t.e r.e ’w.e t.e r.e/
Waar gaat ge naartoe? Naar teterewetere.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.