Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
gaan lopen, op ne loop schieten, vluchten
Zo gauw het er in ’t café begon te stuiven, pakte ik mijn gat onder mijnen arm. De loebassen. Ik ben gene vechtersbaas.
ergens vanaf geraken, van iets afkomen, ervoor zorgen dat ge iets niet moet doen.
Ze wilt niet. Ze doet dat niet gere. Ik weet wel hoe ze dat van haar gat moet schudden.
afzien, lijden, zichzelf tekort doen.
(Antw.) zijne, heure /’pè.e r.e zieng/
zie ook giele, zijne ~ zien
Met dat joenk (jong) zal ze heure pere nog zien. Daar heeft ze het leste (laatste) nog niet van gezien.
afzien, lijden, zichzelf tekort doen
(Antw.) zijne, heure /’gee l.e zieng/
Hij zal zijne giele nogal zien. Hij wil te voet naar Compostella gaan, maar hij is pas vorige week nieuwe bottinen gaan kopen. Op een koppel weken tijd zijn die niet ingelopen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.