Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
ruiten (in het kaartspel)
(Antw.) ook koekes (ruites), schuppes, klaveres, (h)artes
Allee nu, ge gooit toch geen koeken op een harten! Kunt gij niet volgen?
feestelijk aangekleed, op zijn paasbest
/’af g.e b.es t.elt/
Hij stond er piekfijn, afgeborsteld bij op de receptie.
feestelijk aangekleed, op zijn paasbest
Hij stond er piekfijn, afgeborsteld bij op de receptie.
de luiaard uithangen, luieren
Hij heeft de hele dag geluierikt. Uit de zetel gekomen om een borreltje te drinken en een nootsje te kraken of een eike te pellen. Voor de rest heb ik hem niet gehoord of gezien.
ergens vanaf geraken, van iets afkomen, ervoor zorgen dat ge iets niet moet doen.
Ze wilt niet. Ze doet dat niet gere. Ik weet wel hoe ze dat van haar gat moet schudden. (Tante Julia)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.