Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Bekijk alle (480) wijzigingen van deze gebruiker.
tasje, handtasje
En alles waor naat in ’t kelbeske: Mevrouw häöre zakdook en häöre lippestif en häöre portmenee en häör sleutele en alles. (DBNL)
En alles was nat in het tasje: Mevrouw haar zakdoek en haar lippenstift en haar portemonnee en haar sleutels en alles.
Nao ein haf oor kömp opa trûk mèt e plastiek kelbeske … mèt twieë toête fritte in … Begint oma te sjandale … " meh zjengske toch … zuuste nôw wel , dat is mèt diech umertôw hetzelfde, nôw béste de majonäes weer vergeate ". Maasmechels Dialect
Na een halfuur komt opa terug met een plastiek tasje … met twee zakken frieten erin … begint oma te klagen … maar Jeanke toch … zie je nu wel, het is met jou altijd hetzelfde, nu ben je de mayonaise weer vergeten.
’t Vèlt ouch neet mèt, heh?’ fluusterde ze. ´Nein, zeker neet’, zag ’t mevruiwke oonderwijl ze mèt ’ne groete zakdook häör geziech aofveegde. Toen pakde ze oet häör kelbeske ’ne noster en begós iefereg te beie. De ganse mès bleef ze daomèt bezeg, zelfs oonder de touwspraok vaan de celebrant. (DBNL)
‘T valt ook niet mee hé?’ fluisterde ze. Nee, zeker niet, zei het mevrouwtje terwijl ze met een grote zakdoek haar gezicht afveegde. Toen pakte ze uit haar handtasje een rozenkrans en begon ijverig te bidden. De hele mis bleef ze daarmee bezig, zelfs onder de toespraak van de priester die de mis deed.
tasje, handtasje
En alles waor naat in ’t kelbeske: Mevrouw häöre zakdook en häöre lippestif en häöre portmenee en häör sleutele en alles. (DBNL)
En alles was nat in het tasje: Mevrouw haar zakdoek en haar lippenstift en haar portemonnee en haar sleutels en alles.
Nao ein haf oor kömp opa trûk mèt e plastiek kelbeske … mèt twieë toête fritte in … Begint oma te sjandale … " meh zjengske toch … zuuste nôw wel , dat is mèt diech umertôw hetzelfde, nôw béste de majonäes weer vergeate ". Maasmechels Dialect
Na een halfuur komt opa terug met een plastiek tasje … met twee zakken frieten erin … begint oma te klagen … maar Jeanke toch … zie je nu wel, het is met jou altijd hetzelfde, nu ben je de mayonaise weer vergeten.
’t Vèlt ouch neet mèt, heh?’ fluusterde ze. ´Nein, zeker neet’, zag ’t mevruiwke oonderwijl ze mèt ’ne groete zakdook häör geziech aofveegde. Toen pakde ze oet häör kelbeske ’ne noster en begós iefereg te beie. De ganse mès bleef ze daomèt bezeg, zelfs oonder de touwspraok vaan de celebrant. (DBNL)
‘T valt ook niet mee hé?’ fluisterde ze. Nee, zeker niet, zei het mevrouwtje terwijl ze met een grote zakdoek haar gezicht afveegde. Toen pakte ze uit haar handtasje een rozenkrans en begon ijverig te bidden. De hele mis bleef ze daarmee bezig, zelfs onder de toespraak van de priester die de mis deed.
om een werkwoord in de tweede persoon enkelvoud te zetten wordt in Limburg het persoonlijk voornaamwoord ‘du’ teruggebracht tot ‘te’ dat direct aan de stam geplakt wordt, in vragende zin is dit bijna standaard
Voorbeeld: bis du (ben je) wordt dan biste
Este opsjuuts biste ouch weer sjnel vaerdig
Als je opschiet ben je ook weer gauw klaar.
Ich höb et neet good versjtange, wat zagste?
Ik heb het niet goed verstaan, wat zei je?
Es diene miensj sjtörf sjteiste der es vrouw gans allein veur.
Als je man sterft sta je er als vrouw helemaal alleen voor.
toevoeging aan een (werk)woord om de derde persoon enkelvoud mee aan te geven, deze toevoeging wordt niet los gebruikt als persoonlijk voornaamwoord
Wie geit ut mit diene nonk, haeter nog get van zich zich loate heure?
Hoe gaat het met je oom, heeft hij nog iets van zich laten horen?
Hae woor ‘pletsjkop’ genuimp, wie-er richtig hoosj wos neimes.
Hij werd kletskop genoemd, hoe hij werkelijk heette wist niemand.
toevoeging aan de stam van een werkwoord om de derde persoon enkelvoud mee aan te geven, deze toevoeging kan niet los gebruikt worden als persoonlijk voornaamwoord
Wie geit ut mit diene nonk, haeter oeëts nog get van zich zich loate heure?
Hoe gaat het met je oom, heeft hij ooit nog iets van zich laten horen?
Hae woor pletskop genuimp, wie-er richtig hoosj wos neimes.
Hij werd kaalkop genoemd, hoe hij werkelijk heette wist niemand.
Bekijk alle (476) reacties van deze gebruiker.
Ik herinner mij dat wanneer wij vroeger ‘watte’ zeiden in Limburg dat als ongemanierd gezien werd. Het kwam vooral in de vragende vorm voor. Ik vermoed dat het ook in Brabant gebruikt werd/wordt. Ook werd ‘watte’ gebruikt i.p.v. wat. Watte veer doon geit uch nieks aan (Wat wij doen gaat u niks aan).
Marcus heeft ‘watte’ er al ingezet als nevenvorm van ‘wadde”.
Limburg: op de oam pakke.
De mansluuj roukden sigare, ut pakde mich op de oam
Dat is ook wat, na jaren zie ik de Limburgse uitdrukking ‘eine is geine’ in het Vlaams opduiken :-)
Als ge ‘kalebas als tas’ googelt komen er tal van voorbeelden te voorschijn. O.a. bij Etsy. Hoe het komt dat dit woord in Maaslandse dialecten terecht is gekomen is voor mij een raadsel.
Zelf ken ik het woord niet, maar na enig googelen vond ik een winkeltje in Limburg NL dat zich ‘kallebeske’ noemt. Het zou van het woord ‘kalebas’ kunnen komen, iets dat in meerdere vormen als bewaarmiddel gebruikt wordt.
De teksten komen uit verschillende Maaslandse plaatsen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.